Checklist oproepcontract: de risico’s

Oproepcontracten worden veel gebruikt. Andere veelvoorkomende namen voor een oproepcontract zijn: ‘afroepcontract’, ‘hulpcontract’, ‘nulurencontract’, ‘minimumurencontract’ of ‘min-maxcontract’. Tegenover de flexibiliteit die u als werkgever krijgt, staan echter ook risico’s.

Meerdere mogelijkheden

Bij een oproepcontract staat niet van tevoren vast wanneer en voor hoeveel uur per week uw werknemer gaat werken. U roept uw werknemer op wanneer u hem nodig heeft, bijvoorbeeld bij seizoenspieken of als er veel personeel ziek is. Alleen bij een minimumurencontract en een min-maxcontract is er een minimumaantal uren per periode (bijvoorbeeld per week of maand, soms per jaar) gegarandeerd.

Als ik je oproep, moet je komen. Bij sommige oproepcontracten bent u als werkgever verplicht om uw werknemer op te roepen als u werk heeft en is uw werknemer verplicht om aan die oproep gehoor te geven. Met andere woorden: hij mag geen ‘nee’ zeggen als u hem werk aanbiedt, of hij moet zelf voor een vervanger zorgen. Met zo’n oproepcontract heeft u een doorlopend arbeidscontract, u weet alleen nog niet wanneer uw werknemer precies gaat werken. Dit heet een ‘arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht’ (MUP). Een minimumurencontract of een min-maxcontract is altijd een doorlopend arbeidscontract, met een werkgarantie voor een bepaald aantal uren.

Vrijheid blijheid. Bij andere oproepcontracten bent u niet verplicht om uw werknemer op te roepen en is hij niet verplicht om aan een oproep gehoor te geven. Hij mag dus ‘nee’ zeggen. U mag zelfs de oproep weer afzeggen als uw werknemer hem al geaccepteerd heeft. Pas als uw werk­­nemer écht aan het werk gaat, ontstaat er een arbeidscontract voor de duur van de op­­roep. Zodra de oproep is afgelopen, eindigt het arbeidscontract vanzelf. Dit herhaalt zich iedere keer dat u een oproep doet en uw werknemer aan het werk gaat. Na een aantal keren kan er een vast contract ontstaan. Kijk altijd in de cao of en na hoeveel keren dat gebeurt. En als u geen cao heeft, is het vierde contract al een vast contract!

Let op. Bij deze laatste soort oproepcontracten staan de arbeidsvoorwaarden (loon, vakantie, onkostenvergoeding, e.d.) meestal in een ‘voorovereenkomst’, zodat u de voorwaarden niet elke keer opnieuw hoeft af te spreken. Die voorovereenkomst is géén arbeidscontract.

Met deze checklist brengt u snel in kaart welke risico’s u loopt.